donderdag 23 mei 2013

Schuilevinkje (Drieluik III)

Recht achter een glimlach liggen de tanden,
de opperverstopper telt af en ziet door de vingers
hoe onschuld in zijn doolhof verdwijnt.

Aan het eind van de kaars flakkert een tunnel,
wij zijn bang met hele grote letters
en willen naar huis ook al is het te laat.

Een vogel heeft geen woord voor zichzelf
maar wij hebben een naam om mee te roepen,
in het spel dat pas begint als het afgelopen is.

Wie niet gezien is, is weg! 




© René Hillenaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten