donderdag 31 januari 2013

Natasja


De dood kroop in mijn jongenshart,
jij was mijn jeugd Natasja,
een zwart wit verleden dat kraakt
als de muizen tussen je tanden.

Ik groef een gat met mijn vader
en perste het zout uit mijn lijf.

Duizenden dagen die wij deelden
nemen mijn woorden uit de lucht
en ik zwaai naar mijzelf in de verte
terwijl mijn lippen zoeken naar een kus.

-Het schorre zuchten van de wind
schrijft jouw naam in mijn haar
met het enkelvoud van de dood-

De lijkstijfheid van mijn moedertaal
trekt aan de wortels van mijn wil,
ik kan alleen maar naar je fluiten
want eenmaal met de beitel uitgestoken,
staat een stenen woord het laatst.



© René Hillenaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten