vrijdag 13 januari 2012

Lucy

Toen staren in verten bezit van je nam,
dacht je toen aan mij Lucy, aan wat op mij leek
of slechts aan de volgende zachte maaltijd,
was het misschien zó groot van eenvoud?

Ouderdom die om jou hangt, ruikt vaag
naar alles wat volgde tot aan deze dag.
Ik sla mijn ogen om jouw botten Lucy,
het lijkt zo breekbaar, zo fantastisch dun.

Juwelen aan de hemel vielen in je open mond,
zo zie ik dat voor mij Lucy, zo mooi!
Niet weten is een zegen die jij bezat
voordat voetsporen verwaaiden in tijd.

Lig naast mij Lucy, nagels in mijn vlees,
wees mij met vage delen van jou.
Laten wij nog een keer doen wat moet
en slapen tot er weer iemand komt.




© René Hillenaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten